De wereld op de foto
Voor foto's van deze reis: renelione.magix.net
NOORWEGEN
Eind augustus 2012 is Lione, op uitnodiging van Visit Norway, samen met zes journalisten uit Nederland en België naar Fjord Noorwegen geweest voor een persreis.
Eind augustus 2012 is Lione, op uitnodiging van Visit Norway, samen met zes journalisten uit Nederland en België naar Fjord Noorwegen geweest voor een persreis.
Noorwegen, ik was er nog nooit geweest. En dat is eigenlijk best wel gek, als je bedenkt hoeveel dit land te bieden heeft en hoe dichtbij het eigenlijk is. Maar nu gaat het er toch van komen! Vijf dagen lang ga ik ontdekken waarom het zo onterecht is dat ik dit land nog nooit eerder heb bezocht. En waarom National Geographic Traveler Magazine de fjorden van Zuidwest Noorwegen heeft uitgeroepen tot de beste attractie op de Werelderfgoedlijst van Unesco (waarmee het bv. de Chinese muur, de Galapagos eilanden en Grand Canyon achter zich liet). En waarom Lonely Planet deze bestemming op de top 10 ‘reizen van je leven’ heeft gezet. En wie wil de reis van zijn of haar leven nou niet maken?
Fjord Noorwegen. Bij fjorden denk ik aan bergachtige kusten met diepe inhammen en steil oplopende rotsen. De fjordenkust van West Noorwegen is uniek in de wereld en is onlosmakelijk verbonden met Noorwegen. Veel meer wist ik er niet van. Maar er is wel degelijk meer, zo blijkt uit het programma dat ik krijg en uit de informatie die ik op Internet in de weken voor vertrek bij elkaar zoek. Veel meer zelfs.
Fjord Noorwegen ligt in het zuidwesten van Noorwegen. De regio bestaat uit vier verschillende provincies, Rogaland, Hordaland, Sogn & Fjordane en Møre & Romsdal. Mijn reis gaat naar het laatste gebied. Ongeveer de helft van Nederland en toch maar ruim 250.000 inwoners. En dat kan niets anders betekenen dat hier vooral veel ruimte is en dat de natuur het hier voor het zeggen heeft. Deze reis belooft een mix van natuurschoon, buitenactiviteiten, historie en cultuur.
Ålesund
We landen in de middag op het vliegveld van Ålesund, na een prima verlopen vlucht met korte tussenstop in Kopenhagen. Op het vliegveld worden we hartelijk ontvangen door Britt Andersen, die Ålesund en Sunnmøre vertegenwoordigt, en hier onze begeleidster zal zijn. Een zeer vriendelijke dame die erg enthousiast kan vertellen. We rijden eerst naar de Alnes vuurtoren op het eiland Godøya, even buiten de stad. Hier worden we als echte VIP’s ontvangen met heerlijk gebak en lekkere koffie. De Alnes vuurtoren dateert uit 1876 en is nog steeds in bedrijf. Het is één van de bekendste en meest bezochte vuurtorens van Noorwegen. Vooral het zicht op het kustlandschap met de bergen overal om je heen is overweldigend. De vuurtoren was lange tijd aan zijn lot overgelaten en in verval geraakt. Dankzij de bevolking van het eiland, die het initiatief hiertoe nam, werd de toren gerestaureerd. De dochters van de vrouw, die bedacht dat het leuk zou zijn om hier ook koffie en gebak te serveren, doen dat vandaag de dag nog steeds. Er zijn kunstexposities, waarvan één vaste expositie, van Ornulf Opdahl.
Daarna verkennen we de stad Ålesund. Ålesund is schitterend gelegen aan de mooie grillige fjordenkust en is gebouwd op een schiereiland en drie eilanden (Hessa, Aspøy en Nørvøy), die met elkaar door bruggen zijn verbonden. Voor Ålesund is de grote brand van 1904 achteraf, hoe vreemd het misschien ook klinkt, van groot belang geweest.
Op 23 januari 1904 werd de hele binnenstad van Ålesund verwoest door een brand die maar liefst 16 uur duurde. Een omgevallen petroleumlamp zou de brand veroorzaakt hebben. Ongeveer 800 huizen gingen verloren en 10.000 mensen werden dakloos. Het wonderlijke is, dat je bij een ramp van deze omvang veel slachtoffers zou verwachten; er was echter maar 1 dode te betreuren.
Op 23 januari 1904 werd de hele binnenstad van Ålesund verwoest door een brand die maar liefst 16 uur duurde. Een omgevallen petroleumlamp zou de brand veroorzaakt hebben. Ongeveer 800 huizen gingen verloren en 10.000 mensen werden dakloos. Het wonderlijke is, dat je bij een ramp van deze omvang veel slachtoffers zou verwachten; er was echter maar 1 dode te betreuren.
Ålesund werd binnen drie jaar op schitterende wijze herbouwd. De opbouw van de stad bracht de stad welvaart omdat de werkgelegenheid (door de opbouw) flink groeide. De hulp kwam uit het hele land, en vooral vanuit het buitenland. En kwamen er de architecten die beïnvloed waren door de in die jaren razend populaire Jugendstil stijl (ook wel Art Nouveau genoemd). De stad herrees dan ook grotendeels in de Art Nouveaustijl. De karakteristieke gebouwen zijn heel goed in tact gebleven en dat maakt Alesund tot een aangename ‘kijk-en wandelstad’, mede door de ligging met vooral veel water, zee, fjorden en bergen als decor.
We gaan eerst naar het Art Nouveau Centrum. Dit centrum laat de bezoeker de unieke architectonische geschiedenis van de stad zien na de grote stadsbrand van 1904. In de tijdmachine beleef je door multimediapresentatie de fascinerende geschiedenis van de stad, voor en na de brand. Je hoort de verhalen van de bevolking over de grote brand naverteld. Het is duidelijk: deze brand heeft grote impact gehad en heeft de toekomst van de stad bepaald. Op een wandeling door de vele ruimten van het monumentale pand loop je door de historie. Er zijn tentoonstellingen over vooral Art Nouveau, een daarvan heeft de toepasselijke naam ‘ Van as tot Art Nouveau’.
De unieke locatie van Ålesund wordt nog eens extra duidelijk, als we boven op de Akslaberg een verbluffend mooi uitzicht op de stad en wijde omgeving hebben. Het uitzichtpunt is te bereiken via een trap (418 treden) vanuit het stadspark Byparken. Wij rijden de heenweg over de gewone weg naar boven en lopen terug via de trap. In het centrum is er het ‘ Food Festival’. In de kraampjes vooral veel plaatselijke producten.
Een heel programma al op onze eerste dag en om half zeven komen we aan bij ons hotel First Hotel Atlantic, een prima hotel, midden in het centrum gelegen op een fraaie locatie. We eten daarna heerlijk bij een visrestaurant (hoe kan het anders, Ålesund is toch vooral – nog steeds – een belangrijke vissersplaats). Het Sjøbuda visrestaurant. Grappig is dat de Noren in eerste instantie niet zo veel van dit restaurant moesten hebben. Vis eten in een restaurant, wie bedenkt nu zoiets, dat deed je toch thuis! Nu is het restaurant razend populair en is vis eten buitenshuis heel normaal en geaccepteerd. In Sjøbuda krijg ik een bord vol met allerlei soorten vis, het is een ware visproeverij. Het is heel anders dan thuis. “Zo kan vis dus ook”, denk ik bij mezelf. Het is verser dan vers. Terug op mijn kamer geniet ik nog na van alle mooie dingen die ik vandaag gezien en beleefd heb. Morgen vroeg weer op voor een dag met vooral buitenactiviteiten. Want buiten en de natuur, daar kom je hier toch voor!!
Alesund - Geiranger
De tweede dag begint met een bezoek aan het Atlantic Sea Park, één van de grootste zoutwateraquaria in Noord-Europa. Het is aangelegd even buiten Ålesund aan de kust, waarbij prachtig gebruik is gemaakt van de natuurlijke omgeving van rotsen, zee en eilandjes. Dit aquarium geeft een goed beeld van het rijke zeeleven langs de kust van Noorwegen. Het aquarium is bedoeld als educatie, je maakt hier kennis met het onderwaterleven in de fjorden. Ook hier worden we weer vriendelijk ontvangen door de manager. Het aquarium is speciaal voor ons zo vroeg al open. Opvallend vond ik de vissen, die op een enorme diepte in de fjorden leven; ze groeien daardoor nauwelijks en ze zwemmen lekker sloom. Spectaculair om te zien is het voeren van de vissen door een duiker. Ook dat wordt speciaal voor ons gedaan, want normaal worden ze pas om 13.00 uur gevoerd. De duiker geeft nog een extra show weg door met een Atlantische wolfsvis, een behoorlijk flinke roofvis, te ‘knuffelen’. Zelf aai ik de enorme roggen. Buiten zien we de pinguïns, die – vanwege ons vroege bezoek – tot hun verrassing nu al worden gevoerd. Door een man in smoking, waardoor hij verdacht veel op een pinguïn lijkt. Het park wordt in de toekomst uitgebreid met een gebied, speciaal voor zeehonden.
Daarna gaat het naar het openluchtmuseum Sunnmøre, waar we – ik begin me al een echte VIP te voelen – weer speciaal welkom worden geheten door de manager, die ons voorlichting geeft. Tijdens een wandeling tussen de oude huizen, in verschillende stijlen, krijg je een indruk van hoe hier vroeger (in dit ruige gebied) werd geleefd en hoe men zich in een hard bestaan staande wist te houden. De huizen zijn replica’s uiteraard. Opvallend zijn de daken die bedekt zijn met gras. Dat zie je ook elders in dit gebied; het geeft een voortreffelijke isolatie. We genieten van een uitstekende lunch: brood met een soep, die rijk gevuld is met vlees, worst, aardappelen en wortelen.
Naar de cruise op de wereldberoemde Geirangerfjord heb ik uitgekeken. Met de veerboot maken we de overtocht van Magerholm naar Aursneset en daarna brengt een korte busrit ons naar Hellesylt, waar we op de boot stappen. We varen tussen de steile bergen, waarvan de toppen nog bedekt zijn met resten sneeuw, langs watervallen met mooie namen (zoals de Zeven Zusters) en we zien de inmiddels verlaten bergboerderijen. Een tocht van twintig kilometer in een adembenemende omgeving, die terecht op de Unesco Werelderfgoedlijst staat. Aan het einde van de fjord ligt het dorp Geiranger.
Nabij Geiranger is een wandeling mogelijk naar de bergboerderij Skageflå. Skageflå is de bekendste van de fjordboerderijen langs de Geirangerfjord. De koning en koningin van Noorwegen vierden hier hun zilveren bruiloft in 1993. De beklimming, die je gerust pittig en zwaar mag noemen, begint bij Skagehola, waar je door de boot wordt afgezet. Het pad naar Skageflå is erg steil, maar de wandeling moet adembenemend zijn, met een fantastisch uitzicht over de Geirangerfjord. Skageflå ligt op een bergrichel, ongeveer 270 meter hoog.
Ik kies voor het minder zware alternatief: een wandeling naar de Storseterfossen waterval. Het pad kronkelt omhoog door de schitterende natuur, onderweg zijn er mooie vergezichten. De laatste twee kilometers is het een flinke klim. Op de terugweg lopen we langs een mooie camping waar je je tentje pal naast de waterval kan opzetten.
Daarna gaan we terug naar Geiranger, naar ons hotel Union. Wat is dit een schitterend hotel. Het ligt pal aan de Geirangerfjord zelf en vanuit het raam van mijn al even schitterende hotelkamer heb ik een uitzicht, dat rechtstreeks uit een reisfolder lijkt te komen: de schitterende fjord, waarvan de bergen aan weerszijden mooi oplichten door een doorbrekend zonnetje. Dit noem ik pas ‘a room with a view’ !! En ja, als je dan toch verwend wordt, ook maar meteen naar het wellness centrum om heerlijk te bubbelen. Bubbelen met al weer dat spectaculaire uitzicht. Het lijkt wel een droom. Het was een fantastische dag met een overvol programma, maar tjonge….wat geniet ik er van! Het buffet in het hotel ’s avonds biedt een overweldigende keuze aan krab, kreeft, zeevruchten en worstspecialiteiten van de streek.
Geiranger – Gudbrandsjuvet – Landschapshotel - Kanoën op de Istra - Molde
Na het ontbijt vertrekken we uit Geiranger. We rijden over de Adelaarsweg, waar we een fotostop maken en een imposant uitzicht hebben op het dorp Geiranger, dat lieflijk aan het einde van de fjord ligt.
We nemen de ferry van Eidsdal naar Linge. In Eidsdal zie ik bij de ferry vissers staan, zoals overal hier. Noren zijn verwoede vissers. Er komt een man aanlopen, gooit zijn hengel uit en binnen drie minuten heeft hij al een vette vis aan de haak! Aan de overkant komen we aan in Gudbrandsjuvet, een vijf meter smal en ongeveer 25 meter hoog ravijn waar het woeste water van de Valldøla rivier zich doorheen perst. Er is een restaurant waar kan worden geluncht en er is een mooi looppad aangelegd, waardoor het rotsige terrein beter begaanbaar is geworden. Dat is mede het werk geweest van Knut Slinning, die we hier ontmoeten. Hij is de eigenaar van het Landschapshotel Juvet en daar is hij erg trots op. We wandelen met hem van Gudbrandsjuvet naar zijn hotel en onderweg plukken we heerlijke zoete aardbeien van het veld. Knut vertelt enthousiast en zijn hond wandelt vrolijk mee.
Dat Knut Slinning iets bijzonders heeft gerealiseerd, wordt al snel duidelijk. Het is moeilijk te omschrijven wat het Landschapshotel nu precies is. Het is geen traditioneel hotel met alles wat je daar bij verwacht. Het hotel bestaat uit zeven minimalistische huisjes, in wonderlijke vormen gebouwd van grenen en glas, die verspreid staan in de schitterende natuur. In dit design hotel gaat het om de natuur die het hotel omringt en hoe het er een plaats in heeft gekregen. Het gaat om het gevoel buiten te zijn, en toch ook ‘veilig’ in je kamer. In je kamer ben je omringd door de natuur, ook al omdat de muren deels van glas zijn en gordijnen ontbreken. Het interieur is basic, zonder al te veel opsmuk (want dat leidt weer af van de natuur buiten) met een warme inrichting. Juvet ligt zeer geïsoleerd in de prachtige ruige natuur. Er is een mooie relaxruimte met sauna en bubbelbad en met een fenomenaal uitzicht. Het Landschapshotel wordt door Knut omschreven als een ‘ harmonieus huwelijk tussen natuur en architectuur, die het beste uit elkaar halen’. Een kamer voor een nacht voor twee personen kost ongeveer 300 euro, maar dan heb je ook iets heel bijzonders. Wel tijdig reserveren, want het hotel zit het hele jaar door, iedere dag, vol.
Na de lunch rijden we over de beroemde Trollstigen naar Åndalsnes. Trollstigen betekent trollenladder is en is de meest bezochte toeristische weg van Noorwegen. De weg loopt tussen Rauma en Geiranger en kronkelt met elf haarspeldbochten bijna 900 meter omhoog. De bouw van deze weg is al een kunststukje op zich geweest. De weg is geopend op 31 juli 1936 door koning Haakon VII na een bouwtijd van acht jaar. Het is een smalle weg en op maar een paar plaatsen kunnen auto´s elkaar passeren. Boven op de top is een uitkijkplatform, Trollstigheim geheten, waarvandaan er een mooi uitzicht is op de weg en de watervallen zoals Stigfossen. Een mooie en indrukwekkende ervaring!
In Åndalsnes gaan we kanoën op de idyllische rivier Istra. De rivier loopt eerst wild vanaf Trollstigen naar beneden en verandert dan op weg naar de Istravallei van karakter: hij wordt rustig en sereen. Deze activiteit wordt georganiseerd door Romsdal Aktiv. Je zit met zijn tweeën in de kano en het is een hele kunst om het peddelen op elkaar af te stemmen: als de een harder peddelt dan de ander, draai je alleen maar rondjes. Rustig varen we over de rivier. We varen langs drie bergen, waarvan er een de ‘koning’ wordt genoemd, daarnaast ligt de ‘koningin’ en links er van ‘de bisschop’. Je wordt hier overspoeld door de stilte en de pracht van de natuur. Een prachtige tocht van twee uur. Heel ontspannend!
Vanuit Åndalsnes nemen we de ferry naar Sølsnes, een oversteek van 15 minuten. Aan het einde van middag komen we aan in Molde, onze volgende verblijfplaats. Molde is de hoofdstad van de provincie Møre & Romsdal, maar het is niet de grootste stad. Met ruim 22.000 inwoners is het half zo groot als Ålesund, dat bijna 45.000 inwoners telt. Ook deze stad ligt weer mooi aan een fjord.
We worden in Molde ontvangen door Torunn Dyrkorn. We lopen naar het 400 meter hoger gelegen uitzichtpunt Varden. Aan adembenemende uitzichten geen gebrek hier!
Molde is een charmante stad, hoofdstad van de provincie Møre & Romsdal. De bijnaam Rozenstad dankt Molde aan de rozentuinen die hier te vinden zijn. Verder is Molde bekend van het Jazzfestival dat ieder jaar in juli wordt gehouden en waar echt grote namen optreden. En de FC Molde speelt in de Noorse eredivisie. Toevallig hebben zij zojuist Heerenveen verslagen in de voorronde van de UEFA-cup en uiteindelijk ook uitgeschakeld. En natuurlijk ligt de aantrekkingskracht van deze stad in de vele panoramische uitzichten over de met sneeuw bedekte bergtoppen.
Molde is een charmante stad, hoofdstad van de provincie Møre & Romsdal. De bijnaam Rozenstad dankt Molde aan de rozentuinen die hier te vinden zijn. Verder is Molde bekend van het Jazzfestival dat ieder jaar in juli wordt gehouden en waar echt grote namen optreden. En de FC Molde speelt in de Noorse eredivisie. Toevallig hebben zij zojuist Heerenveen verslagen in de voorronde van de UEFA-cup en uiteindelijk ook uitgeschakeld. En natuurlijk ligt de aantrekkingskracht van deze stad in de vele panoramische uitzichten over de met sneeuw bedekte bergtoppen.
We zitten in het Quality Hotel Alexandra, alweer een heel fijn hotel. Vanaf mijn balkon kijk ik uit op een enorm verlicht cruiseschip. Met veel Nederlanders aan boord, zo hoor ik al snel. Alweer een erg fijne dag met heel veel indrukken!
Bud - Naas - Atlantic Road – Håholmen - Kristiansund
We vertrekken na het ontbijt uit een regenachtig Molde. We gaan eerst naar Bud, een plaatsje dat in de 16e en 17e eeuw een belangrijke handelsplaats was, en tegenwoordig gewoon een klein en leuk vissersdorpje met houten huizen met rode daken. Er zijn hier nog steeds bunkers en kanonnen uit de Tweede Wereldoorlog; Bud was een strategisch gelegen plaats. In Bud wordt momenteel gebouwd aan een bezoekerscentrum (volgend jaar zomer moet het open), waar voorlichting wordt gegeven over onder andere de gaswinning.
Daarna bezoeken we de grotten van Naas. De grotten zijn nog steeds in gebruik; er wordt marmer gedolven. We rijden met de bus omhoog de grot in. Daarna varen we een klein stukje en bekijken we een grot, die als een soort huiskamer is ingericht. Mensen kunnen daar iets drinken of eten. We drinken water dat rechtstreeks uit de berg afkomstig is. Het is heel zuiver water. Aan het plafond hangen zelfgemaakte lampen van marmer, waarin ook ijzererts is verwerkt, wat de mooie rode kleur verklaart.
Als we op weg gaan naar de Atlantische weg is het inmiddels prachtig zonnig weer geworden. Naar de Atlantische weg was ik thuis al bijzonder benieuwd, want ik had gelezen dat het spectaculair moet zijn. De Atlantic Road (Atlanterhavsveien) is een autoweg van 8,7 kilometer lang tussen Bud en Kristiansund. Voor de aanleg werd spectaculair gebruik gemaakt van het landschap: de vele rotsen en eilandjes in dit ruige en beruchte zeegat, de Hustadvika. Rijdend over de weg slinger je via grillige bochten, over twaalf lage bruggen, vlak boven het wateroppervlak, zodat je de illusie hebt over de zee te rijden. De grootste brug, Storseisundet bru, heeft een schitterende boog, een kunstwerkje op zich, maar dat geldt eigenlijk voor de hele weg. De weg is een ideale plek voor vissers. Maar omdat dat toch wat gevaarlijk was, met al die langsrijdende auto’s, is er nu een speciaal plateau langs de kant van weg voor hen gebouwd.
Het schijnt dat veel mensen het aantrekkelijk vinden om juist in de herfst deze weg te bezoeken, vanwege de stormen die hier kunnen woeden. Stormen die de rit over de weg spectaculair en indrukwekkend maken. Maar ook met het mooie weer van vandaag vind ik het al indrukwekkend genoeg!
De Atlantic Road werd door het Britse The Guardian gekozen tot 's werelds meest indrukwekkende autoweg. Dat zegt wel wat, want de wegen die Atlantic Road op de lijst achter zich wist te laten, zijn stuk voor stuk beroemde wegen. De Noren zelf noemen het de constructie van de eeuw, en het moet gezegd, ik kan ze daarin wel gelijk geven. Een knap staaltje werk. Er is zes jaar aan gebouwd onder soms moeilijke omstandigheden: het was niet eenvoudig om deze route aan te leggen vanwege het vooral in de herfst extreme klimaat.
Daarna gaan we met een mooie houten zeilboot naar het eiland Håholmen, waar we eerst heerlijke vissoep met brood eten. Het is mooi weer geworden, de tafel wordt buiten gedekt. In de 18de eeuw was er veel bedrijvigheid op Håholmen door de verwerking van klipvis, op de rotsen gedroogde en daarna gezouten vis. Het was trouwens een Nederlander die de Noren het idee aan de hand deed dat je vis niet alleen moest drogen, maar ook moest zouten. Hij gaf het recept en zorgde voor het zout. Vandaag de dag bestaat het dorp uit ongeveer dertig prachtig gerestaureerde huizen uit de 17e en 18e eeuw en is het er voor de toeristen. De vissershuizen met uitzicht op zee zijn te huur. Ideaal om te ontstressen, want dit is een uiterst relaxte weidse omgeving. Vanaf het eiland heb ik een mooi uitzicht op de Atlantische route.
We worden ontvangen door Stian Røsand, die veel weet te vertellen over het eiland.We maken een heerlijke wandeling over het eiland. Met de boot vertrekken we in de namiddag weer naar Geitova op het vasteland en van daaruit verder naar Kristiansund, onze laatste verblijfplaats!
Kristiansund is al eeuwenlang beroemd om zijn klipvis. Het is de belangrijkste industrie van de stad.De stad, die mooi aan zee en verspreid over enkele eilanden ligt, is bekend vanwege het Opera Festival en een internationaal fotografiefestival. Bij aankomst worden we hartelijk ontvangen door Mette Ormset. We lopen ook hier weer eerst naar boven, naar een uitzichtpunt, waar we een goede indruk van deze stad krijgen. We overnachten in het Thon hotel. Dit hotel ligt mooi aan het water op het eiland Innlandet, tegenover het stadscentrum. Dit wordt al weer mijn laatste nacht hier in Noorwegen!
Kristiansund - Grip
Vandaag worden we door een super-de-luxe privéboot opgehaald bij ons Thon hotel, dat prachtig aan het water is gelegen. Op het programma staat een bezoek aan het eiland Grip. Grip ligt 14 kilometer uit de kust bij Kristiansund en bestaat uit meer dan 80 eilanden van allerlei afmetingen.
De veerboot naar Grip heeft gisteren voor het laatst gevaren. Het zomerseizoen is voorbij en er gaan geen mensen meer naar Grip nu. Vandaar de speciaal voor ons geregelde boot. Het eiland Grip was vroeger ook een visserseiland, waar de klipvis de belangrijkste bron van inkomsten was. Het was arm en er werd sober geleefd, en dat is nog te zien aan de eenvoudige houten huizen. Eigenlijk is dit exemplarisch voor heel Noorwegen. Honderd jaar geleden was het nog een van de armste landen van Europa en sindsdien heeft het land de enorme sprong gemaakt naar een van de welvarendste landen. Het vinden van olie heeft het land geen windeieren gelegd.
Grip wordt alleen in de zomermaanden bewoond door mensen uit Kristiansund, die er vakantiehuizen hebben, en toeristen. Het is slechts drie maanden van het jaar te bewonen, van begin juni tot eind augustus; de andere maanden van het jaar is het eiland volkomen verlaten. Er is geen stroom en geen water. Een generator voorziet de huizen van stroom en het regenwater wordt via de daken opgevangen: het is de zoetwatervoorziening.
We komen aan op een onbewoond eiland, waar we in alle rust de houten vissershuisjes en een staafkerk kunnen bekijken, een van de 28 staafkerken die er nog zijn in Noorwegen. Op het eiland hebben we ook een mooi uitzicht op de 47 meter hoge vuurtoren van Grip, dat op het naastgelegen eilandje Bratthårskollen ligt. Daarna zijn we met dezelfde boot terug gevaren naar Kristiansund, waar we in de haven een heerlijke lunch hebben met een enorme keuze aan broodjes.
En dan zit onze reis er op, we rijden naar het vliegveld van Kristiansund, waar we afscheid nemen van onze chauffeur van deze reis, een vriendelijke rustige man, die ons veilig overal naar toe heeft gereden. We hebben twee snelle en goede vluchten terug naar Nederland, waar ik op Schiphol afscheid neem van mijn ‘collega-journalisten’.