De wereld op de foto
Cambodja
In het vroege voorjaar van 2019 zijn wij naar Cambodja gereisd. Het idee was – na een aantal rondreizen – er dit keer een relax vakantie van te maken. We hadden zojuist een drukke periode in ons leven afgesloten en dus was het aanbod van een villa met privé zwembad precies wat we zochten. Vandaar uit konden we dan het nodige van het land gaan zien. We boekten een 'villa' in het resort Nita by Vo Angkor, even buiten de noordelijke stad Siem Reap. Met privé zwembad dus. Voor Siem Reap kozen wij niet zo maar. Iedereen die er is geweest weet dat deze stad de uitvalbasis is voor wat de tempels van Angkor wordt genoemd: Angkor Wat, Angkor Thom, Bayon tempel en Ta Prohm. In de nabijheid van Siem Reap ligt ook het fotogenieke Tonle Sapmeer en het nationale park Khulen.
Na een vlucht van 13 uur met wissel van vliegtuig in Guangzhou (China) bereiken we Siem Reap Airport, waar de hitte ons figuurlijk in het gezicht slaat. Het is hier in deze tijd van het jaar ongelooflijk heet, zo vlak voor de moessonregens die in mei zullen komen.
Cambodja, het land
Het koninkrijk Cambodja ligt in Zuidoost Azië, ingeklemd tussen Thailand, Laos en Vietnam. De mensen zijn er boeddhist. Het land is 5 x zo groot als Nederland en heeft evenveel inwoners (ongeveer 17 miljoen). Tussen 800 en 1400 kende het Khmer rijk hier zijn bloeiperiode, na 1400 valt het Khmer rijk voor het rijk Ayutthaya (tegenwoordig Thailand). Op het hoogtepunt van de bloeiperiode (ongeveer 1100) zijn de beroemde tempels van Angkor Wat hier gebouwd.
Het land kent een zeer roerige geschiedenis (recent) en is daardoor erg arm. De meeste mensen leven van de landbouw. Rijdend door dit land krijg je ook het beeld van een tropische landbouwstaat met eenvoudige onderkomens en veel rijstvelden. Er is weinig industrie. In en om Siem Reap, dat met 150.000 inwoners de derde stad van het land is, leven veel mensen van het toerisme. Aanvankelijk kwamen er slechts enkele duizenden bezoekers per jaar naar Angkor Wat (1994: 7650). Daarna ging het snel: 561.000 tien jaar later en ruim 2 miljoen nu. Het is dan ook ongelooflijk druk bij de tempels, maar gelukkig is het gebied groot en verspreiden de bezoekers zich snel.
Siem Reap
Siem Reap oogt niet als een arme stad. Integendeel. Het is een moderne tropenstad waar veel mensen een goede boterham verdienen aan de vele toeristen. Dat geldt zeker voor de hotels, restaurants en reisbureautjes. De mannen van de tuk tuk, waarvan er vele duizenden rondrijden in de stad, verdienen veel minder. Ze zijn blij met ieder ritje, dat hen ongeveer 2 a 3 dollar oplevert. Verder is de stad een en al toeristenparadijs. Bars, restaurants, voetenmassage, souvenirwinkels, kleine reisbureautjes en veel mensen op de been. Het is eerlijk gezegd niet ongezellig en we gaan er bijna iedere avond (goedkoop) eten. De sfeer is er bijzonder relaxt, ondanks de grote hoeveelheid mensen op straat. De tuktuk rijders zijn een beetje opdringerig maar het hoort er bij. Zij moeten natuurlijk ook hun geld verdienen. We kunnen deze stad iedereen aanraden voor een paar dagen. Wij verbleven er (tot verwondering van vele Cambodjanen) maar liefst 11 dagen, maar dat was ook onze opzet. Wij hadden de stad ook als plek uitgekozen om niets te doen bij ons zwembad en om uit te rusten. Voor de meeste mensen is 3 a 4 dagen meer dan genoeg.
Angkor Wat
Angkor Wat betekent hoofdtempel. Eerst was het een hindoetempel, niet veel later is het een boeddhistische tempel geworden. In die tijd kon dat daar. Het is onvoorstelbaar dat een katholieke kathedraal in Europa ineens een supermoskee zou worden of omgekeerd maar in dit land was het mogelijk. In Nepal zagen we iets dergelijks ook al; hindoeïsme en boeddhisme liep door elkaar heen. De tempel Angkor Wat lag in de stad Yasodharapura, nu Angkor, en is bijzonder groot. De oppervlakte is 1,6 km2. Het complex is gebouwd als een berg. Drie vierkante tempelgalerijen zijn boven op elkaar gebouwd en iedere volgende galerij ligt dus weer hoger dan de vorige. In het centrum staan vijf enorme torens. De binnenmuur is 3,6 kilometer lang.
Al met al mag je dit complex gerust indrukwekkend noemen. We staan erg vroeg op, de meeste bezoekers doen dit. Het is zaak om rond zes uur een plekje op het voorplein van de tempel gevonden te hebben. Tussen honderden, duizenden mensen wacht je dan op de eerste zonnestralen die de tempel mooi laten reflecteren in de slotgracht. Als het weer tenminste meewerkt. De vele bas-reliëfs zijn bijzonder fraai. Er zijn voor het complex zo’n acht miljoen blokken zandsteen gebruikt, 1 blok weegt 1,5 ton. Het geheel is bijzonder goed geconserveerd ondanks natuurrampen, oorlogen, vandalisme. Schade door vandalisme is overigens iets dat je bij ieder groot monument op deze wereld tegenkomt. Lokale mensen stalen kostbaarheden die vaak voor het grijpen lagen of men gebruikte stukken van een tempel of monument om nieuwe steden van te bouwen. In Cambodja valt het reuze mee, ondanks het schrikbewind dat het land kende tussen 1975 en 1979. Dat bewind liet de tempels van Angkor gelukkig ongemoeid.
Pol Pot's schrikbewind
Salothy Sar (die zich Pol Pot noemende) was een maoïstische revolutionair, leider van de beruchte rode Khmer. Op 17 april 1975 trok hij met zijn leger de hoofdstad Pnom Penh binnen en greep hij de macht/ Saloth Sar was op de grote dag zelf niet in Phnom Penh aanwezig, maar gaf wel enkele uren na de machtsovername orders om de twee miljoen inwoners uit de hoofdstad te verdrijven.
Iedereen moest zijn huis uit, de straat op, zieken en stervenden werden uit de ziekenhuizen gehaald, en in deze algehele chaos werden de mensen in een enorme stoet samengebracht, die op weg ging naar leefgemeenschappen waar ze in het vervolg rijst moesten verbouwen. In het tumult werden gezinnen gescheiden, en zwakken en ouderen vermoord. Tijdens de lange tocht naar de rijstvelden in de daaropvolgende dagen overleden nog eens vele duizenden mensen. Dit patroon herhaalde zich door het hele land, en nog geen week later waren alle steden uitgestorven. Steden moesten verdwijnen en iedereen moest boer worden. Iedereen moest gelijk zijn, dezelfde kleding dragen en als broeders en zusters voor dezelfde zaak werken. Er zou in het land niets anders gedaan worden dan alleen maar rijst verbouwen. Geld, onderwijs en privébezit werden afgeschaft. Godsdienst werd verboden. Huwelijken werden voortaan gearrangeerd, en kinderen werden gescheiden van hun ouders. Personen die niet meewerkten werden omgebracht. Ook intellectuelen en academici werden gedood, het dragen van een bril of het spreken van een vreemde taal maakte iemand al verdacht.
Uiteindelijk werd Pol Pot al na enkele jaren ten val gebracht en verdreven naar de grens met Thailand waar hij zich nog 19 jaar wist schuil te houden voordat hij onder verdachte omstandigheden overleed. In 1979 viel het Vietnamese leger Cambodja binnen en voerde nog tot 1990 strijd met de guerilla’s, voordat de vrede eindelijk een feit was en Cambodja was verlost van de zwartste bladzijde uit haar geschiedenis.
Het is onvoorstelbaar dat zo’n schrikbewind heeft kunnen bestaan en dat het westen er of niet veel van wist of (en dat vind ik kwalijker) er wel van wist maar er niet veel aan deed. In totaal zijn tussen 2 en 3 miljoen mensen in deze drie jaren vermoord of van uitputting en honger gestorven. Cambodja lijkt zich hersteld te hebben van deze volkerenmoord. Maar het is deels schijn, zo vertelt een Cambodjaan ons. Het zit uiteraard diep, men praat er bij voorkeur niet over. Om deze reden zijn ook veel medestanders en medewerkers van het vreselijke regime (want geen enkele dictator kan bestaan zonder duizenden trouwe aanhangers) niet of nauwelijks vervolgd. Iedereen, jong of oud (maar daar zijn er niet zo heel veel van…), heeft in zijn familie wel slachtoffers van deze gruwelijke man.
Cambodja is nu een rustig land, maar allesbehalve (economisch) stabiel. Het land zit in een opbouwfase, nog steeds. Vooral de Chinezen, die overal ter wereld op het toneel verschijnen, omdat Chinezen ongekende hebzucht hebben naar alles wat ze denken nodig te hebben – van grondstoffen tot dode wilde dieren. En ze hebben veel, heel veel nodig. Ook in Cambodja verleent China ‘steun’ en krijgt daarvoor het veelvoud daarvan terug in grondstoffen die de grote buur nodig heeft. Wij zagen in de omgeving van Siem Reap vele landhuizen in aanbouw en te koop staan, bedoeld voor Chinezen om te golfen en een beetje cultuur mee te nemen. In Sihanoukville, in het zuiden van het land, trekken steeds meer ondernemers in de toeristensector weg. Het kleinschalige backpackersdorpje is aan het veranderen. Het is een grote bouwput. Er zou een stad gepland zijn voor maar liefst 5 miljoen Chinezen. En zo zal dit land mogelijk als vanzelf een soort provincie van China worden (China zal er weer een zeehaven bij hebben) zonder dat er een druppel bloed is vergoten.
Voorlopig is Cambodja grotendeels nog Cambodja, een authentiek en rustig land. Cambodjanen zijn bijzonder vriendelijk, bescheiden en hoffelijk. Vaak krijg je de (eigenlijk hindoe) namasté-groet, waarbij de handen tegen elkaar gehouden worden zijn onder de kin en er een lichte buiging gemaakt wordt.
Ons bezoek aan Angkor
Uiteraard zijn we naar Angkor Wat geweest. Het beste kun je er vroeg bij zijn. Om twee redenen: de hitte is meestal zo overweldigend dat hier rondlopen na 11 uur al een redelijk heftige ervaring wordt. De tweede reden is de zonsopkomst. Om zes uur komt de zon op en beschijnt de slotgracht die om Angkor Wat gegraven is (om indringers en de jungle tegen te houden). De torens van Angkor Wat worden dan mooi ‘ belicht’ en weerspiegelen in het water van de gracht. Niet op alle dagen kun je dit wonder aanschouwen want het is ook nog wel eens bewolkt. Wij hadden die ‘ pech’.
Toch staan wij ook om zes uur klaar op het grote terrein voor de tempel. Bij diverse kleinere tempels hebben de vele toeristen plaats genomen op muurtjes en trappen, in afwachting van hetgeen hen beloofd is. Als de zon wat hoger komt en het zeker is dat het magische moment er vandaag niet zal zijn, gaat iedereen aan de wandel. Je kunt er dan voor kiezen om juist als eerste enkele andere tempels te bezoeken en daarna pas Angkor Wat. Angkor Wat is zo groot en er is zoveel te zien dat je hier zeker een volle dag, en waarschijnlijk zelfs enkele dagen kunt doorbrengen. Angkor Wat werd geheel in de klassieke stijl van de Khmer gebouwd door koning Suryavarman als staatstempel en later ook zijn praalgraf. Het is voorzien van basreliëfs en devatas-muurbewerkingen, er lijkt werkelijk geen stukje muur of steen onbewerkt. Hoe het gemaakt werd, is zeker voor die tijd een wonder!
Angkor Wat is rond 1100 gebouwd. Ik noemde al de vele basreliefs, gebeeldhouwde tekeningen die op de zandstenen muren zijn aangebracht en die ieder voor zich weer een ander verhaal vertellen. Het is knap gemaakt, het dwingt bewondering af en wij bewonderen deze reliefs dan ook uitvoerig. Na een flinke wandeling en klimtocht door de grote centrale tempel komen we er aan de zijkant weer uit en lopen over het grote voorterrein terug naar de ingang.
Drie kilometer noordelijker ligt Angkor Tom met een oppervlakte van bijna 4 bij 4 kilometer. Ook deze voormalige hoofdstad (het koninklijk paleis is eveneens te bezoeken) van het Khmer Rijk is omgeven door een slotgracht en heeft vele tempels en heilige plaatsen. De grootste attractie is de vermaarde Bayon tempel, eveneens een indrukwekkend bouwwerk waar heel wat te zien valt. We wandelen een stuk door deze oude stad en belanden vervolgens, ongeveer 1 kilometer van Angkor Tom, bij de tempels van Ta Prom.
Ta Prom
Ta Prom is vergeleken bij de andere tempels vrij klein maar is zonder twijfel een van de beroemdste. Dit komt vanwege de ligging in de jungle en de enorme boomwortels die uit de muren van de tempel lijken te groeien. Of misschien moet ik zeggen dat het omgekeerd is: de wortels omklemmen de tempel. Voor de film ‘ Tomb raider’ zijn diverse scenes hier opgenomen en dit droeg bij aan de populariteit van Ta Prom.
De bedoeling was om de tempel zo veel mogelijk in dezelfde staat te laten als deze was ten tijde van de (her)ontdekking in 1920. Er werd wat opruimwerk verricht en het hoognodige werd gedaan om ineenstorting te verhinderen. De setting in de jungle en het feit dat de tempel in zijn originele staat is maken deze site aantrekkelijk en een van de meest bezochte.
Ta Prohm is gebouwd tussen 1190 en 1200 door koning Jayavarman VII. Toen wij er waren, was het weliswaar druk maar niet hinderlijk druk. Foto’s konden gemakkelijk gemaakt worden en overal konden we goed doorlopen. Het is een fantastische ervaring om in deze setting rond te lopen, ook al omdat er tijdens onze wandeling hier een stevige tropische regenbui losbarstte. Drijfnat van hitte en regen bevonden wij ons in deze onheilspellende omgeving van verval en de overwinning van de natuur op wat mensen in diezelfde natuur hadden gecreëerd. Er waren restauratiewerkzaamheden aan de gang, maar dit is niet te voorkomen wil de mensheid er over enige jaren nog steeds van kunnen genieten. De foto’s moeten verder maar voor zichzelf spreken. Wij zijn bijzonder tevreden over ons bezoek aan het totale complex: een mooie dag!
Nationaal park Phnom Kulen
De berg Kulen bevindt zich vijftig kilometer (anderhalf uur rijden) ten noordoosten van Angkor Wat. Voor toeristen die de tempelcomplexen bij Siem Reap bezoeken, biedt het nationale park Phnom Kulen een verademing. Hier vind je de rust van de jungle en verkoeling aan de voet van de mooiste watervallen van Cambodja.
De Phnom berg is voor de Cambodjanen een heilige berg. De berg is grotendeels bedekt met bos (jungle) en maakt onderdeel uit van een kleine bergketen, waarvan Kulen de hoogste is met 487 meter. De bekendste bezienswaardigheid is de waterval, voor velen de mooiste waterval in Cambodja. In twee delen valt deze naar beneden, en in het poeltje onderaan de grootste waterval kan je heerlijk baden. De locals komen hier graag om verkoeling te zoeken onder de waterval. Alleen zal je hier dus nooit zijn, maar het is er wel gezellig. Buitenlandse bezoekers hebben wij hier nagenoeg niet gezien. Dit is echt voor de locals. Op de weg naar de waterval komen we vele kraampjes tegen waar je snacks, kokosnoten en souvenirs vindt.
Niet ver van de watervallen verwijderd komen we langs de rivier die door Phnom Kulen stroomt. Hier maken we een kort verkoelend wandelingetje. We zien hier de 1.000 lingams, fallusvormige stenen in de rivier, die de scheppingskracht van Shiva uitbeelden. Boven op de berg is een acht meter lange Boeddha in een enorme rotsblok gehouwen. Deze Boeddha werd reeds in de 16de eeuw uitgehouwen en is tegenwoordig een bekend bedevaartsoord in Cambodja. Tijdens de rit er heen rijd je door velden waar groente en rijst verbouwd wordt. Het typische plattelandsleven van Cambodja rolt aan je voorbij.
Tonle Sapmeer
Het Tonlé Sapmeer in de Cambodjaase hoogvlake is een meer dat ongeveer 7,5% van de oppervlakte van het land Cambodja beslaat.. De naam Tonlé Sap betekent in het Khmer "zoetwaterrivier", maar wordt vaak vertaald als "groot meer". En groot is dit meer wel. Het beslaat bijna 2600 vierkante kilometer in de droge tijd, maar zwelt in de regentijd (juni tot oktober) aan en wordt dan 9 tot 10 keer zo groot. Het water stijgt dan tot 12 meter hoog. Vandaar dat men tot redelijk ver van het meer nog in huizen op hoge palen woont. Tijdens de droge tijd vloeit water het meer uit via de Tonle Saprivier in de Mekong bij Phnom Pen. Tijdens de regentijd is de waterstand in de Mekong echter zo hoog dat het water vanuit de Mekong via de rivier het Tonlé Sapmeer instroomt. Deze omdraaiing van de stroming wordt met een feest gevierd. Het meer wordt dan tijdelijk het grootste zoetwatermeer in Zuidoost-Azië.
Het meer is tijdens de regentijd een paaigrond voor vis en is dus rijke visgrond na de regentijd als het water zich terugtrekt. De vis komt dan letterlijk uit de "lucht" (bomen) vallen. In de nabijheid van dit meer hebben zich door de vruchtbare grond en de rijke visvangsten de eerste beschavingen in Cambodja ontwikkeld, namelijk die van Chenla en het Khmer-rijk.
Een kwart van alle Cambodjanen woont op drijvende huisboten, op of aan de oevers van het meer. Deze huizen staan op metershoge palen die onmisbaar zijn in het regenseizoen. Het water bereikt dan de toppen van de palen. Meer dan de helft van alle vis wordt in het meer gevangen. Voor Cambodjanen is de Tonlé Sap dan ook een belangrijke voedselbron.
Wij maken een boottocht op dit meer, en we merken dat we lang niet de enige zijn. Vanuit Siem Reap is dit een populaire trip die bij voorkeur in de late namiddag en de avond wordt gemaakt. We varen de rivierarm af, richting het meer. Eerst is er nog veel bedrijvigheid maar daarna zijn de oevers begroeid met bos. We varen langs de huizen op palen, zien mensen bezig met hun dagelijkse dingen. Vissers zijn bezig met hun netten en vrouwen en kinderen varen heen en weer naar het dorp op de wal en terug. We eten een eenvoudige maaltijd en we liggen een uurtje rustig op het meer, om ons heen kijkend. Een boeiende ‘ Water World’ , en ik moet meteen aan de gelijknamige film van Kevin Costner denken; in deze film leeft de mensheid na vernietigende oorlogen en rampen ook alleen nog maar op het water.
Het Inlemeer in Myanmar vonden wij veel mooier, authentieker nog. Dit meer in Cambodja is wel heel toeristisch. Sommige paalwoningen zijn als restaurant ingericht en ik zie opgezette baby krokodilletjes te koop staan. Bedoeld voor de Chinese klanten. Deze kopen dit graag en houden deze gruwelijke praktijken daarmee in stand. Maar, zoals bekend, zijn Chinezen nietsontziend tegen dieren als het maar geld oplevert. De sfeer op het meer zelf vind ik desondanks wel fijn.
Een aantal mooie bezienswaardigheden en een aangename stad, die we als uitvalbasis hebben gebruikt. Het was een prima ervaring en we hebben vooral erg genoten van de verwennerij in ons resort. Dat we daarbij een van de wereldwonderen (niet officieel) hebben mogen zien is meer dan mooi meegenomen!!