U gebruikt een verouderde browser. Wij raden u aan een upgrade van uw browser uit te voeren naar de meest recente versie.

De wereld op de foto

Kaapverdië   / Boa Vista

 

 

In september/oktober 2024 zijn wij op Boa Vista geweest. Boa Vista (Portugees voor 'Mooi uitzicht'), is een woestijnachtig eiland dat tot de Kaapverdische eilanden behoort. In totaal omvat dit West-Afrikaanse land tien verschillende eilanden in de Atlantische Oceaan, waarvan Boa Vista de derde in grootte is.

 

 Boa Vista, algemeen

Het eiland Boa Vista ligt, door zijn oostelijke ligging binnen de eilandengroep, het dichtst tegen het Afrikaanse vasteland. De afstand tussen Boa Vista en Senegal bedraagt slechts 450 kilometer.

Boa Vista, met ‘hoofdstad’  Sal Rei, beschikt over een luchthaven (vanuit Nederland rechtstreeks te bereiken in 6 a 7 uur) en is toeristisch gezien steeds belangrijker aan het worden, hoewel het toerisme nog in de kinderschoenen staat. Er zijn slechts enkele (vrij grote) hotels aan de mooie westkust. Dit in tegenstelling tot buureiland Sal, dat op een grotere schaal toerisme kent. Boa Vista is vooral nog steeds een eiland voor de natuurliefhebbers met fraaie lange goudgele stranden zoals Atalanta, Cabral, Chave en Santa Monica, enkele bergen , kleine woestijnen en ruige landschappen.                                                                                 



 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Boa Vista is, met een oppervlakte van ongeveer de halve provincie Utrecht, het derde grootste eiland op Santo Antao en Santiago na. Het ligt ten zuiden van Sal en ten noorden van het eiland Maio. Er zijn slechts enkele plaatsen op het eiland. De ‘hoofdstad’  is Sal Rei, niet meer dan een dorp met bijna 5.000 inwoners, maar met de levendigheid van een stad. Verder liggen er o.a. Bofarreira, Fundo Das Figueira, Povoação Velha en Rabil, vlakbij Sal Rei.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geschiedenis van het eiland en van Kaapverdië

De Kaapverdische eilanden werden lange tijd gebruikt als tussenstop voor de slavenhandel tussen het Afrikaanse vasteland en Amerika. Deze slaven werden vanaf 1620 ook tewerkgesteld in de zoutmijnen van Boa Vista, waar ze het zout bewerkten in bergachtige gebieden, waar piraten hen niet zouden kunnen aanvallen. Veel meer dan dat gebeurde er niet op het eiland.  Vanaf midden 19e eeuw werd de bevolking geschat op 4.000. Na een periode van droogte en hongersnood was het eiland bijna ontvolkt, vandaag de dag is het inwoneraantal van Boa Vista gestegen tot 10.000 inwoners. Deze inwoners bestaan uit een mix van mensen met verschillende raciale achtergrond: creolen, negroïden en blanken. De creolen vormen met 70% de grootste groep van bewoners (Portugezen mengden zich met de Afrikaanse slaven).  Het merendeel van de bevolking woont in Sal Rei (bijna 5.000), maar er zijn ook nog verschillende andere dorpjes waar meestal tot 100 personen wonen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De inwoners van Boa Vista leven sinds jaar en dag van zoutwinning en dadelkweek. Daar is sinds 2000 het toerisme bijgekomen. Vele mensen werken momenteel in verschillende hotelketens, als taxichauffeur of verkopen souvenirs in Sal Rei. De inkomsten uit toerisme zijn de laatste jaren sterk gestegen, zeker sinds de ingebruikname van de internationale luchthaven in 2007. Boa Vista telt verschillende all-inclusive hotels. De bekende RIU-keten heeft 3 hotels op het eiland. Daarnaast zijn er ook nog kleinere hotels en ketens aanwezig.  

Tot zover een beeld van wat Boa Vista in grote lijnen is.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ontmoeting met een Nederlander in den vreemde

Buiten de grote hotels kun je Boa Vista beschouwen als een heel rustig eiland met bijna geen verkeer. Het is een ruig, droog eiland dat de moeite waard is voor wie van ‘ ontdekken’  houdt. Je kunt hier rustig zelf met een auto rijden, de weg over het land (van zuidwest naar oost via noord) is een redelijk goede weg en het is veilig.

Wij ontmoeten op een van onze eerste dagen Lars de Bie. Lars is een goedgemutste Brabander, die al bijna 10 jaar met zijn gezin op het eiland woont en werkt. Je kunt rustig stellen dat Boa Vista is een behoorlijk arm eiland is, ondanks het opkomende toerisme. Er is vaak geen water, geen stroom, en vaak woont men zonder dak -  gelukkig regent het hier maar enkele dagen per jaar. Het inkomen is onacceptabel laag, veel levensmiddelen zijn net zo duur als in Nederland. Het gemiddelde salaris, als men al werk heeft, bedraagt 600 euro per maand en het minimum loon bedraagt 180 euro per maand.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lars heeft zich dit aangetrokken en helpt de bevolking van het eiland, waar hij maar kan. Met ondersteuning (werk zoeken in de toeristensector, computerles, Engelse les, het zwerfhondenprobleem aanpakken), maar vooral met uitdelen van spullen en voedsel. De spullen komen uit 4 inzamelpunten in Nederland, het geld voor de voedselpakketten verdient Lars met zijn eigen friteszaak, en door tours over het eiland aan te bieden. 40% van zijn verdiensten gaan naar de Stichting die de activiteiten voor  de bevolking mogelijk moet maken, zoals ook B.V. honderden kerstcadeautjes voor de kinderen en wat er ook maar gevraagd  wordt door de lokalen. Lars is een bevlogen man met het hart op de goede plek, dat altijd klaar staat. De bevolking is hem zeer dankbaar en zij kennen hem en omgekeerd. Het viel ons, de keren die wij met Lars op stap waren,  steeds weer op hoe vaak Lars en de lokalen  elkaar begroetten. Met een bevolking van minder dan 10.000 mensen is dat persoonlijke ook mogelijk.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wij zijn twee dagen met hem op pad geweest over het eiland en in de ‘hoofdstad’  Sal Rei en we zijn onder de indruk van wat hij (en zijn gezin) allemaal doet voor de bevolking. Probleem is uiteraard de inkomstenkant. Die is veel en veel kleiner dan wat hij eigenlijk zou moeten uitgeven aan het helpen van de mensen. Hij moet ook helaas mensen teleurstellen.  

 Tour over het gehele eiland

Wij gaan met Lars mee op een tour over het eiland. In eerste instantie hadden wij het idee dat het een gortdroge kale woestijn met slechts enkele kleine plantjes zou zijn. Het gortdroge klopt wel, hoewel het net hard geregend heeft (‘die ene dag per jaar….’). Maar het eiland biedt verrassend veel meer. Al snel komen we de eerste ‘bergen’  tegen en daarna, zuidwaarts rijdend, het zeer lange en fraaie zandstrand. Dit is natuurschoon op zijn best. Het strand is wit, zeer breed en vrijwel leeg. Een bijzonder mooie plek. Iets noordelijker van Santa Monica liggen de stranden Praia de Curralinho en Praia de Varandinha. Hier is de kustlijn uitgesleten door wind en water en dit heeft rotsen en grotten met ruige vormen gevormd, die mooi van vorm zijn.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Daarna gaan we off road verder tot aan het kleine dorpje Povoação Velha. Het dorp zelf dateert uit de 16e eeuw. Tot 1810 was het zelfs de hoofdstad van het eiland. Het dropje oogde rustig, de mensen zitten buiten en bekijken je afstandelijk maar zijn niet onvriendelijk. In 2015 kwam orkaan Fred hierlangs en vernielde 50 huizen. Voor een dorp met 309 inwoners is dat dus best veel. Er is niet veel meer van te zien. Er zijn wat souvenirwinkeltjes, een enkele eetgelegenheid en verder overheerst de gemoedelijke sfeer.

Het kerkje Nossa Senhora da Conceição ligt even buiten het dorp, wat hoger gelegen. Het is gebouwd in 1828.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Daarna rijden we naar Morro de Areia Nature Reserve en het Chave strand, verblindend geel/wit zand, waar je je in een kleine woestijn waant. En in feite is dat ook zo. Via het leuke dorp Rabil rijden we langs de noordkant van het eiland naar het oosten. Eerst bezoeken we Little Sahara, wat inderdaad een echte woestijn is, klein weliswaar, een voortzetting van de Sahara die aan de andere kant van de oceaan begint in Mauritanië en Senegal. Je waant je hier echt even in de woestijn.

Het dorp Fundo das Figueiras in het noordoosten van het eiland is weer zo’n klein stil dorp met kleurige huizen. Op het strand even oostwaarts van het dorp leggen schildpadden hun eieren; men probeert deze zo veel mogelijk te beschermen. Het dorp ligt op slechts 21 km van de hoofdstad Sal Rei, die we op een andere dag bezoeken.  Terug rijden we over de ‘route 66’, een weg die inderdaad aan de echte Route 66 doet denken, daar waar deze door de woestijn loopt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Sal Rei

We rijden vanuit ons hotel, even buiten Sal Rei, naar wat de sloppenwijk, armenwijk is een beter woord, van de stad heet te zijn. Aan de rand van de wijk zijn nieuwbouw flatgebouwen neergezet, maar ze zien er armzalig uit met zeer kleine appartementen en nauwelijks afgebouwd. Boa Vista is zoals gezegd heel droog, het regent op slechts enkele dagen per jaar en dat is meestal in september en oktober. Toevallig had men de dag voor onze aankomst een lange en flinke plensbui over zich heen gekregen. De straten van de  stad Sal Rei waren dan ook veranderd in een flinke modderpoel. Op andere Kaapverdische eilanden regent het vaker en de meeste van deze eilanden zijn dan ook bergachtiger en mooi groen. Het ten noorden van Boa Vista gelegen kleinere eiland Sal, dat toeristischer is, is eveneens een droog eiland.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dieper de wijk in liggen grote plassen en stukken modder op de ongelijke straatjes en bieden de huizen slechts minimaal comfort. Vaak zonder dak of ramen, een plek om te slapen lijkt hier voldoen. Men heeft nauwelijks elektriciteit en water, en degenen die zich water kunnen veroorloven betalen relatief heel veel. Lars wordt overal herkend en begroet. De sfeer is goed en we kuieren rustig door de straatjes van de wijk. We bezoeken een lagere school en een peuterspeelzaal. In de eerste school blijven de kinderen nog redelijk gedisciplineerd als we binnen komen, maar de allerkleinsten gaan uit hun dak als ze ons zien en hangen al snel aan en op ons en dagen ons vrolijk uit.

We gaan verder het stadje in, langs het (mooie) strand – hier komen we ook de eerste toeristen tegen. Na bijna drie uur eindigt onze wandeling en we hebben een goede indruk van deze plaats, die pas kort geleden begon te groeien en te bloeien. Wellicht dat het toerisme hier de komende tijd nog meer aan kan bijdragen.

We laten de foto’s verder voor zich spreken. Een week (of meer) Boa Vista is geen slechte keuze, het is een aangenaam eiland met heel warm weer, veel rust en een mooie natuur.