De wereld op de foto
Reizen van Lione en Rene Kolsteren
Van Kaapstad, dwars door Namibië naar Victoria Falls in Zambia, en via het enorme land Botswana weer terug naar Johannesburg, en dat in drie weken, kan dat? Ja, dat kan. Ruim 7.000 kilometer in een safaritruck door het landschap van Zuidelijk Afrika, maar dat betekent wel: heel vroeg opstaan, heel veel kilometers maken, eindeloze ritten door een soms onaards landschap, stof, hitte en soms niet zo lang ergens kunnen blijven als je zou willen. Maar ook, en vooral: veel hoogtepunten, bijna alle hoogtepunten die Zuidelijk Afrika te bieden heeft: fraaie landschappen, veel wildlife en een bijna zonder uitzondering vriendelijke bevolking: het echte Afrika. Het is vermoeiend, maar je krijgt er een onvergetelijke ervaring voor terug. Wij maakten deze reis in augustus 2009, met Kiboko Tours uit Kaapstad. Hier volgt ons reisverslag.
Amsterdam-Kaapstad/Kaaps schiereiland
Kaapstad heet één van de mooiste gelegen steden ter wereld te zijn. Dat kunnen we beamen, de stad ligt fraai in een halve cirkel tegen de Tafelberg aangevleid. Veel zien we hier niet van als we ’s avonds van het vliegveld naar de Breakwater Lodge rijden, onze eerste overnachtingsplaats. Gelegen in de opgeknapte havenwijk Victoria en Albert Waterfront, die fraai tussen de zee en de Tafelberg ligt. Het hotel is gevestigd in een oude, omgebouwde, gevangenis en is prima te noemen.
De volgende dag worden we wakker met uitstekend weer: een onbewolkte zonnige dag en de temperatuur is aangenaam: iets boven de 20 graden. Dat is, zeker omdat het winter is, een meevaller: vaak ligt de stad onder een grijzige wolkendeken en is de Tafelberg niet te zien. Vandaag is dat anders. Overal is hij te zien; waar je ook bent in Kaapstad, je kijkt tegen die machtige berg aan. We rijden vandaag over het schiereiland, dat onder Kaapstad is gelegen, naar Cape Point en Cape of Good Hope (Kaap de Goede Hoop) op het uiterste puntje van het schiereiland. Cape Point is het meest zuidelijke stukje Afrika, er staat een vuurtoren. Je kunt het laatste stukje lopend doen (beetje klimmen) of met een treintje. Van hieruit heb je een mooi uitzicht over de woeste oceaan ver beneden je. Overal waarschuwingen om vooral niet buiten te eten vanwege de bavianen, die erg agressief kunnen zijn. We zien er een aantal langs de weg, maar ze blijven rustig.
’s Middags naar Simons Town, met een fraai strand (Boulders Beach), waar pinguins leven. Kirstenbosch is een uitgestrekte botanische tuin, op een glooiend terrein gelegen. We wandelen hier wat rond en gaan dan, na in het shopping centre in Waterfront onze boodschappen te hebben gedaan, terug naar ons hotel. Morgen begint de rondreis!
Noordkaap/Calvinia
Het is druilerig weer vandaag; we hebben gisteren dus zeker geboft met het weer. Snel verlaten we Kaapstad richting het noorden. We rijden door een groen, golvend landschap. Weids met tafelbergen aan de horizon en rechts van ons. Bij Pikenberg volgt de eerste pas, daarna weer hetzelfde landschap, nu met de tafelbergen dichterbij. Citrusdal, de Cederbergen, van Rhijnsdorppas. Dan gaan we de provincie Noordkaap in. Een fraai landschap, dat ons onze eerste reis door Zuid-Afrika in 2003 in herinnering brengt. Dat het landschap in dit land bijzonder mooi is, was ons bijgebleven en wordt nu weer bevestigd. Niet voor niets gebruikt Zuid-Afrika de slogan: the world in one country. Bijna alles is hier, woestijnen, bergen, savannes, heuvels, bossen. Langzamerhand wordt het landschap droger en kaler. Het is nu nog winter, maar weldra zullen hier ontelbare woestijnbloemen (4.000 verschillende planten en bloemen) kort in bloei staan, iets is er al van te zien.
We bereiken uiteindelijk Calvinia, een onooglijk typisch Zuid-Afrikaans plaatsje, gelegen aan de voet van het Hantamgebergte. Veel oude huisjes in Hollands Kaapse stijl, uit de pionierstijd. Een goede indruk van die tijd krijgen we in het Calviniamuseum. Je beleeft hier de jaren 1850 – 1900 opnieuw, toen godsvruchtige hardwerkende mensen uit Europa hier een nieuw bestaan trachtten op te bouwen. Veel hadden ze niet en het moet een ongelooflijk hard bestaan geweest zijn, en vriendelijk zal het leven hier ook al niet geweest zijn. Het was nieuw onbekend land, dat nog volkomen onontgonnen was. Een vijandige omgeving, qua klimaat en vanwege de inheemse stammen die de blanke overname niet gewaardeerd zullen hebben. De verhalen die hier te lezen zijn en de voorwerpen uit deze tijd in het museum illustreren deze begintijd van het huidige Zuid-Afrika.
Veel is er niet te beleven in Calvinia, het zijn slechts enkele straten waar overwegend zwarte mannen met op het eerste gezicht niet echt vriendelijke blikken, vaak onvast ter been, en met een blijkbaar onduidelijk doel rondhangen. Bedreigend is het niet, althans niet nu, overdag, het is het beeld dat we elders ook zullen aantreffen. Dit is the middle of nowhere. We genieten van een heerlijk diner in zo’n oud Hollands Kaaps huisje, lekker kneuterig allemaal. Als we ’s avonds teruglopen naar onze lodge door een volkomen verlaten Calvinia is het behoorlijk koud, ook al een fenomeen dat we de hele reis zullen meemaken: overdag redelijk warm en ’s avonds vaak niet al te ver boven het vriespunt. We zetten de elektrische deken maar aan….
Augrabies
We gaan weer een flink stuk noordwaarts vandaag, 400 km, van Calvinia naar Augrabies Nationaal Park, aan de grens Zuid-Afrika/Namibië. Een lange rechte weg door Bushmenland (Bosjesmannen ofwel de San). Weinig te zien, droog land. Wat de San hier te zoeken hadden, en nog steeds hebben, is ons een raadsel: kaal land met uitsluitend lage droge bosjes, oneindig strekt dit landschap zich vóór en rondom ons uit. Hier en daar wat rotsen. Af en toe, om de 50 km, een klein dorpje, als het die naam al mag hebben. Brandvlei, Kernhardt, Kanoneiland, Keimoes. Fraaie namen, dat wel. Bij Keimoes worden druiven verbouwd, en we vragen ons af hoe dat in deze omgeving mogelijk is. Het antwoord volgt snel: we bereiken de Oranjerivier. Een vruchtbare vallei. Nabij Keimoes perst het water van de Oranjerivier zich door een nauwe kloof met veel geweld en geraas over een flinke breedte 60 meter omlaag: De Augrabies watervallen. De zesde waterval ter wereld, qua grootte. Een mooie plek om rond te wandelen. Dassen, eekhoorns overal, het eerste kleine wild, en vooral: veel vliegen! We overnachten in de nabijgelegen lodge Vergelegen (!).





Dan gaan we weer terug. We ploffen lekker snel naar beneden en wandelen door dit fraaie landschap. Het is vanaf hier nog 5 km naar Dead Vlei, een uitgedroogde pan met honderden jaren geleden gestorven bomen. Een surrealistisch landschap met een harde gebarsten bodem waar de silhouetten van de dode bomen fraai afsteken tegen de strakblauwe lucht. De uitgedroogde camelthorn bomen lijken op abstracte kunstwerkjes. De weg houdt hier op, dus de 5 km zullen gelopen moeten worden, maar er zijn ook 4x4’s die je kunnen brengen. Bij het eindpunt is het nog 1.5 km door het rulle zand, en enigszins stijgend, naar Dead Vlei. Het is erg warm geworden en er is hier geen schaduw. Na de nodige foto’s wandelen we terug. Overal de steeds roder worden duinen, enorm van afmeting en je voelt je hier nietig. Deze omgeving is overweldigend en eerlijk gezegd raak je niet snel uitgekeken. Een attractie van formaat, vinden we. Het is inmiddels heet geworden en dat terwijl het hier officieel “winter” is!

Enkele kilometers buiten de stad beginnen de townships, waar 32.000 van de 48.000 inwoners van Swakopmund leven. De meesten komen zelden in de stad zelf. De townships in de Namische steden zijn een erfenis van het kortstondige Duitse koloniale bewind, fanatiek voortgezet door de Zuid-Afrikaanse bezetter. Toen er steeds meer blanken in de steden kwamen wonen, vonden deze dat ze wel erg dicht bij de zwarte mensen kwamen te wonen en zo begon de gedwongen volksverhuizing van de zwarte bevolking naar de achterbuurten, ver van de blanke wijken. Hoewel apartheid en gescheiden wonen officieel zijn afgeschaft hebben veel mensen simpelweg niet de mogelijkheid om elders te gaan wonen. Er zijn dus nog altijd grote concentraties arme zwarte buurten, de townships.

In de namiddag rijden we de stad uit, langs troosteloze industrieterreinen, een stukje woestijn en dan doemt de township op. Eindeloze blokken met bouwsels, bedoeld als huizen. Alle materialen die gebruikt kunnen worden zijn ook gebruikt: golfplaten, hardboard, planken, stenen, karton, gordijnen als muur. In eerste instantie had iedere stam zijn eigen buurt, maar steeds meer woont men ook door elkaar. Het ziet er redelijk ordelijk uit allemaal, maar het oogt wel als een uiterste arme stad. Er is geen elektriciteit. In sommige delen zijn de huizen iets beter: armoe bestaat dus ook in gradaties. Er zijn zelfs blokken “koophuizen”, waarvoor de regering een lening van 3.000 euro verstrekt. Het zijn kleine stenen huisjes, ze lijken meer op schuurtjes, afmeting 4 x 4 meter.






Etosha



’s Middags laat maken we de wandeling langs de Zambiaanse kant van de Falls. Een mooi wandelpad langs een diepe kloof vanwaar je een prachtig zicht hebt op de overkant van de kloof, waar het water naar beneden dondert. Helaas is er aan de Zambiaanse kant steeds minder water. 2/3e van de Falls liggen in Zimbabwe en zijn vanuit Zambia niet te zien. Je kunt over een brug naar “de andere kant” lopen. Het kost je wel wat extra dollars aan visakosten: vraag bij je entree in Zambia om een “double entry” om vanuit Zimbabwe naar Zambia te kunnen terugkeren. Dat kost 30 US dollar extra boven op de 50 dollar om Zambia in te komen. Het visum om Zimbabwe in te komen kost je nog eens 50 US dollar. Canadese reisgenoten betaalden zelfs het dubbele: speciaal tarief voor Canadezen omdat even daarvoor de Canadese premier iets onaardigs had gezegd over Mugabe! Dat zegt toch wel iets over dit regime! Wij zelf houden het bij de Zambiaanse kant. We hebben na onze prachtige wandeling van 2 uur langs de watervallen voldoende gezien. Het is een rustig gebied, waar je lekker relaxed kunt wandelen en geen toeristencircus zoals je zou kunnen verwachten bij dit soort attracties. De natuur is zo veel mogelijk de natuur gelaten.
De volgende ochtend bezoeken we een authentiek Zambiaans plattelandsdorp, Mukuni. We wandelen, onder begeleiding van een gids die in het dorp woont, rustig door het vrij grote dorp. Overal compounds: een verzameling hutten, ommuurd door rieten matten, waar een familie woont. Opvallend is dat nogal wat grootmoeders voor hun kleinkinderen zorgen. De midden-generatie is er vaak niet meer: overleden aan AIDS. Het is rustig in het dorp en de mensen gaan gewoon door met hun dagelijkse bezigheden. Alleen soms, als Lione haar camera tevoorschijn haalt, verschijnen opgewonden groepjes kinderen. Ze vinden het erg leuk om op de foto te gaan! De sfeer is erg ontspannen en wij krijgen een goede indruk van het dagelijkse leven hier.
Chobe
Na de lunch schepen we in voor wat al weer een hoogtepunt moeten worden: een boottocht op de Chobe rivier. En het is inderdaad indrukwekkend wat je hier aan wild ziet: buffels grazen langs de oever, olifanten lessen hun dorst, giraffen lopen heen en weer. En dat allemaal op korte afstand van elkaar. Hippo’s natuurlijk en krokodillen. En heel veel vogels. Het landschap is erg fraai, wat een rijkdom aan dierenleven!! We hopen op een mooie zonsondergang met silhouetten van olifanten (een beroemd beeld!), maar de olifanten zitten aan de andere kant van de rivier en willen niet oversteken. De zonsondergang zelf is inderdaad fraai.

Nata

Limpopo, Pretoria, Johannesburg